De Subsidieregeling praktijkleren is gewijzigd door een aanvullende aanvraagperiode voor werkgevers die in 2020 door de coronapandemie niet in staat waren op tijd een subsidieaanvraag in te dienen.

Vanaf 1 juli 2020 tot 16 september 2020 konden werkgevers die in het studiejaar 2019-2020 een praktijk- of leerwerkplaats hebben aangeboden aan een leerling, student, promovendus of technologisch ontwerper in opleiding een aanvraag indienen voor de Subsidieregeling praktijkleren. Na het sluiten van het aanvraagloket heeft een aantal werkgevers de RVO benaderd en aangegeven dat zij er niet in zijn geslaagd hun aanvraag tijdig in te dienen door oorzaken vanwege de coronapandemie.

Werkgevers die zich tussen 16 en 30 september 2020 hebben gemeld bij RVO, worden in de gelegenheid gesteld om tussen 3 mei 2021 en 21 mei 2021 een aanvraag in te dienen.

Voor subsidieverstrekking voor de nieuwe aanvraagperiode zijn ook aparte subsidieplafonds vastgesteld. In totaal is € 3,1 miljoen beschikbaar voor de afhandeling van de aanvragen die uit deze wijziging voortkomen. Het budget wordt naar verhouding van de gebruikelijke budgetten verdeeld over de doelgroepen vo, mbo, hbo en promovendi/toio’s.

Deze maximumbedragen per gerealiseerde praktijkleerplaats of werkleerplaats zijn:

  • vmbo/pro/vso: € 2700;
  • mbo: € 2079,27;
  • hbo: € 654,75;
  • promovendi/toio’s: € 2700.

Voor praktijkleerplaatsen in het mbo in de sectoren landbouw, horeca en recreatie geldt daarnaast een toeslag van maximaal € 1567,20 per volledige praktijkleerplaats.